Khorat en Ubon Ratchatani - Reisverslag uit Ubon Ratchathani, Thailand van Tim en Demi - WaarBenJij.nu Khorat en Ubon Ratchatani - Reisverslag uit Ubon Ratchathani, Thailand van Tim en Demi - WaarBenJij.nu

Khorat en Ubon Ratchatani

Door: Demi

Blijf op de hoogte en volg Tim en Demi

20 Juli 2015 | Thailand, Ubon Ratchathani

Not all those who wander are lost.
- J. R. R. Tolkien

We were, though. So, so lost. Even so, we managed to find our way.

----

De Sky Bar is 'm uiteindelijk niet meer geworden - te moe, hoe suf het excuus ook klinkt, maar we zijn nog minstens twee keer in Bangkok (1 keer om een aansluiting naar het zuiden te pakken, 1 keer omdat ons vliegtuig vanaf Bangkok teruggaat), dus we gaan een andere keer, hebben we besloten. Pretentieus rijk en beroemd doen kan wel wachten.

De fietstocht hebben we uiteraard (we hadden al gereserveerd) wel gedaan, en dat was een ontzettend mooie en hectische beleving. Bangkok lijkt al chaotisch als je het vanachter het raampje van een taxi bestudeert (vooral niet meekijken met de chauffeur, dan gaan alle alarmbellen rinkelen), en het is een waar pandemonium als je zelf deelneemt aan het verkeer - zeker op de fiets. Je bent klein, je bent langzaam, je bent nauwelijks beschermd (achteraf gezien vreemd dat ze niemand een helm gaven) - kortom, je bent kwetsbaar. Desondanks gelukkig zonder verwondingen (behalve de schram op m'n been doordat ik struikelde en tegen m'n eigen trapper aanviel, maar dat telt niet) teruggekomen, nadat we ons door eindeloos veel smalle straatjes hadden gewurmd. We zijn dwars door overdekte markten gefietst, de ene keer te midden van de ingewanden, stukken vlees en gedroogde inktvissen, de andere keer omringd door de mooiste kleuren die van de bloemen afsprongen. Dan sloegen we weer een straatje in, en zat je ineens weer - boem - bovenop een grote weg, met toeterende auto's en scheurende brommers (brommers/scooters zijn hier wat in fietsen in Nederland zijn, je ziet gerust 3 of 4 mensen zich samen op 1 zo'n onding proppen, vaak nog met boodschappen en al. En, net als in Nederland, beschouwen ze helmen vaak als overbodig). Gelukkig hoefden we die grote wegen alleen maar over te steken, waarbij onze gids als een soort klaarover midden op de weg stond te gebaren zodat wij weerloze toeristen veilig konden oversteken, als een stel eendenkuikens.
We hebben ook het een en ander van het dagelijkse Thaise leven meegekregen - zo hebben we een Thaise basisschool gezocht, waar de kindjes net bezig waren het volkslied te zingen. Dat is blijkbaar heel gewoon - lessen beginnen om half 9, en om 8 uur is iedereen op school om het volkslied samen te zingen en daarna gezamenlijk het gebouw in te lopen. Bijzonder, zowel om een brokje van het 'gewone' leven te ervaren als het vertoon van gehoorzaamheid en orde van die kleintjes. Kunnen kinderen in Nederland nog wat van leren. Misschien zit het 'm in het schooluniform.

Na de fietstocht zijn we op zoek gegaan naar de Grand Palace, want dat konden we natuurlijk niet overslaan. Of wel, eigenlijk, want we zijn uiteindelijk bij Wat Pho (the Reclining Buddha, ook een veelbezochte plek in Bangkok) uitgekomen, en vonden het toen wel goed zo. Ik weet niet meer precies hoe we daar beland zijn en hoe we de Grand Palace /niet/ konden vinden, gezien het feit dat de twee min of meer naast elkaar liggen, maar laten we het erop houden dat mijn kaartleesvaardigheden niet fantastisch zijn en dat het Tim allemaal weinig uitmaakte wat we precies bezochten. Aldus geschiedde.

Overigens waren we de camera vergeten (we were on a roll), dus geen foto's van Bangkok, helaas.

Goed, van Bangkok waren we allebei niet enorm ondersteboven, dus we waren dan ook blij om de trein te pakken richting de Isan, het oosten van Thailand. Slechts 1% van de toeristen schijnt dit deel van het land te bezoeken, aldus onze betrouwbare Lonely Planet (oprecht, ik bedoel het niet sarcastisch - some stuff would have become really shitty and difficult if not for this guide book), en dat is te merken ook: bijna niemand spreekt Engels. In Bangkok zijn de mensen ingesteld op toeristen, en als gevolg daarvan, spreekt bijna iedereen (in ieder geval hosteleigenaars, taxi-chauffeurs en serveerders) wel een handjevol Engels. Hier, in de Isan? Niks, nada, noppes. Sterker nog, volgens mij lezen de meesten alleen het Thaise schrift, wat het zo'n beetje onmogelijk maakt om de weg te vragen.
We hebben het gebrek aan toerisme in ieder geval gemerkt toen we van de trein afstapten in Khorat en ruim een uur hebben rondgelopen voor we een hotel vonden - kijk, zo slecht is ons gecombineerde navigatievermogen ook weer niet, maar als alle straatnaambordjes (en dat zijn er al verdomd weinig) in een ander schrift geschreven zijn, dan is het een behoorlijk lastige taak om te ontdekken waar je je bevindt, laat staan om je bestemming te bereiken. Uiteindelijk is het ons gelukt, met de hulp van een heel aardig oud vrouwtje dat, omdat ze een tijd in Amerika ofzo had gewoond, goed Engels sprak, ons op weg hielp.
Op het hotel was verder weinig aan te merken (zowel in positieve als negatieve zin), behalve dan dat het 1) heel erg goedkoop was (omgerekend ongeveer een tientje met z'n tweeen voor 1 nacht) en 2) dat een kamer goedkoper was naarmate je op een hogere verdieping zat, want er was geen lift. Lazy people be doomed here.

Vanuit Khorat hebben we de volgende dag een dagtrip gemaakt naar Phimai, een plaatsje vlakbij met erg mooie ruines. Er wordt beweerd dat deze gebouwen de inspiratie voor Angkor Wat in Cambodia zijn geweest; enig bewijs werd ook aangedragen (we konden het zowaar lezen, alles was vertaald naar het Engels voor de verandering!), hoewel ik me nog steeds afvraag of dit niet gewoon wishful thinking on behalf of the Thai monarchy is, maar goed. Het was nog steeds indrukwekkend om te zien, vooral de naga-bridge. Deze brug, vernoemd naar de zevenkoppige slangen die de balustrades decoreerden, zou de connectie tussen man en God/goden/Buddha (de distinctie is me nog altijd enigszins onduidelijk) verbeelden. Deze keer waren we wel zo slim geweest de camera in Tims tas te stoppen, dus foto's volgen nog!

Gisteren (zondag) zijn we vanaf Khorat met de trein richting Ubon Ratchatani gegaan, een reis van 5.5 uur. Helaas was er een uur vertraging (gelukkig zijn we wel wat gewend in Nederland wat dat betreft), en uiteindelijk kwamen we rond 7 uur aan in Ubon. Inmiddels hebben we blijkbaar een patroon ontwikkeld van denken te weten waar we heen te gaan, om vervolgens niet te snappen waar we zijn, maar het niet op te willen geven, en nog een paar keer te proberen, tot we uiteindelijk alsnog moe en bezweet de handdoek in de ring gooien en besluiten om hulp te vragen, only to - once again - be smacked in the face with the fact that no-one seems to speak English. Ik moet wel zeggen dat de meisjes aan wie we het vroegen zeker geprobeerd hebben ons te helpen, alleen was de poging helaas weinig succesvol. Goed, wij dus weer verder, en inmiddels was er een bepaald stukje waar we al zo'n drie keer langs gelopen waren. Daar was echter een goede verklaring voor: het guesthouse dat we geboekt hadden, bevond zich op Thanon Suriyat (Thanon = road), maar wij zagen alleen Soi Suriyat (soi = alley or something along those lines) staan, dus wij dachten: "Oh, hey, dit is het vast!" en liepen vrolijk dat steegje in. Geen Outside Inn, zoals het guesthouse heette. En toen bleken er nog twee Soi Suriyat te zijn, allemaal gelegen aan dezelfde grotere weg, dus die besloten we toen ook maar te onderzoeken. Leverde, wederom, helaas weinig op, behalve een enge zwerfhond die agressief naar ons ging blaffen, op welk punt ik zo ontzettend chagrijnig was dat ik naar het beest begon te snauwen (Kramer-genen, he), wat natuurlijk weinig effectief was. I think it's fair to say we've discovered Tim's better at keeping his cool in situations like this.
Toen we voor de derde of vierde keer weer op de grote straat uitkwamen, werden we aangesproken door een Thaise jongen, met de vraag of hij ons kon helpen (hij kon een soort van Engels, wat heel fijn was). Na enige uitleg van onze kant, bleek hij (of iemand van zijn familie, die er dus ook bij waren) helaas The Outside Inn niet te kennen. Gelukkig hadden we wel een telefoonnummer, dus uiteindelijk heeft AJ (zo schrijf je z'n naam vast niet, maar zo sprak-ie het uit) dat nummer gebeld - onze telefoons hadden er geen zin in, blijkbaar, en hadden keer op keer de verbinding verbroken voordat we uberhaupt verbonden waren, zegmaar. Hoe dan ook, de eigenaar van The Outside Inn spreekt zowel Thais als Engels (vloeiend - hij is Amerikaans), en dat hielp aanzienlijk. Hij bood aan een taxi te bellen voor ons, omdat we blijkbaar nog zo'n 2-3 kilometer weg waren van het guesthouse, dus wij waren blij. De taxi bleek niet nodig - AJ and friends hebben ons uiteindelijk weggebracht met hun auto. Ja, ik weet het, geen snoepjes van vreemden aannemen, niet bij vreemde mensen in de auto stappen, maar het is allemaal goedgekomen, of niet dan? Brent (de eigenaar) vertrouwde ze, mensen kunnen best eerlijk en aardig zijn en goede bedoelingen hebben, en ja, we waren nog steeds op onze hoede, dus niet mopperen (looking at you, Mum, Dad, big brother). Bovendien waren we samen, en Tim had vast heel intimiderend kunnen zijn met z'n 1.91m. Deze mensen waren gewoon simpelweg behulpzaam - dat wij dat niet of nauwelijks gewend zijn in Nederland, betekent niet dat we het nergens anders aan kunnen treffen. Einde van het betoog.
Goed, we zijn dus aangekomen bij The Outside Inn - een heerlijk plekje met mooie kamers (met een grote spin, gelukkig was er de douche om 'm mee weg te jagen, go Tim's bravery), lekker eten, ontzettend aardige mensen en (helaas voor mij) onwijs veel muggen, maar dat neem ik op de koop toe. En wat een opluchting, om weer fatsoenlijk Engels met iemand te kunnen spreken - begrijp me niet verkeerd, ik vind het echt geen probleem om op een menukaart willekeurig iets aan te wijzen dat er smakelijk uitziet, terwijl ik in wezen geen idee heb wat ik bestel, maar op gegeven moment wordt het heel frustrerend als je niet om informatie kan vragen, vooral als je dan 12 kilo meezeult op je schouders (of 9 in Tims geval).
Heerlijk geslapen, en vandaag hebben we nog niks gedaan behalve ontbijten. Idee is om ergens een massage te nemen, misschien een paar tempels te bezoeken (waarschijnlijk komen we weer ergens anders terecht, tot nu toe heb ik alleen een plattegrond in het Thais kunnen vinden, maar goed) en dan morgen de stad een beetje te gaan verkennen. We zijn hier voornamelijk voor de Candle Parade, een festival om het begin van de Boeddhistische lente te vieren, een evenement waarvoor ze gigantische waxen beelden maken. De parade zelf is helaas pas 31 juli, maar de voorbereidingen zijn in volle gang, dus daar hopen we het een en ander van mee te krijgen.
Morgen dus, vandaag zijn we lui, en dat mag (volgens onszelf, maar hee, we zaten op de hoogste verdieping in het hotel in Khorat, dat compenseert weer).

Sorry (niet echt) voor het lange verhaal, en goeiemorgen iedereen in Europa (hier is het zo'n 6 uur later, dus rond half 1 's middags nu)!

  • 20 Juli 2015 - 15:05

    Anita Kramer:

    Prachtig verhaal demi!

  • 20 Juli 2015 - 15:05

    Anita Kramer:

    Prachtig verhaal demi!

  • 20 Juli 2015 - 16:05

    Judith:

    Geweldig verhaal.Geweldig om op de hoogte te worden gehouden van jullie zoektochten en belevenissen.
    X mama

  • 20 Juli 2015 - 16:07

    Judith:

    Blij dat Tolkien inspireert bij de zoektochten. X

  • 21 Juli 2015 - 12:31

    Twan:

    Vermoeiend, zucht

  • 24 Juli 2015 - 21:19

    Julia:

    Doe gewoon alsof je een potje hints speelt met de niet-Engels sprekende inwoners. ;)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tim en Demi

Actief sinds 13 Juli 2015
Verslag gelezen: 247
Totaal aantal bezoekers 3161

Voorgaande reizen:

13 Juli 2015 - 24 Augustus 2015

Thailand

Landen bezocht: